'Geloof niet alles wat ze jullie op straat vertellen'

Jazeker, ze bestaan, de islamitische jongeren die dinsdag hebben gejuicht. 'En wij nemen die signalen ernstig', zegt Erik Van Den Berghe, directeur van het Atheneum van Anderlecht. 'Maar die jongeren zijn niet verloren. Montasser AlDe'emeh kan hen op het rechte pad houden.' Op reportage met een jihadexpert bij achttien pubers. Door Joël De Ceulaer

"Wat wilden die terroristen eigenlijk?"

Het is donderdagmiddag en Montasser AlDe'emeh, co-auteur van De Jihadkaravaan en deradicaliseringsexpert, staat voor de klas in het Atheneum van Anderlecht. Een jongen van twaalf steekt zijn hand op.

"Ze wilden mensen doen ontploffen, mijnheer."

"En mag dat?"

"Nee", zegt de jongen.

"Dat is haram, verboden."

"En waarom doen die terroristen dat? Weet je dat ook?"

"Omdat ze denken dat ze naar het paradijs gaan."

"En is dat zo? Ga je naar het paradijs als je jezelf opblaast?"

"Nee", zegt de jongen. De andere kinderen, ook meteen: "Nee!"

Ze waren met twee, dinsdagochtend. Twee jongens in deze klas, die volledig uit islamitische kinderen bestaat, hadden na de aanslagen in Brussel een vuist gemaakt en stilletjes 'Yes!' gezegd. "Dat zijn nochtans geen slechte jongens", zegt Anke Crauwels, leerlingenbegeleidster. "Maar het zijn pubers, en die doen graag stoer. Zeker op sociale media is dat een groot probleem: op Facebook is alles ongenuanceerd en emotioneel, twee eigenschappen waar pubers in uitblinken. Daar zie je vaak dat jongeren een wedstrijdje stoerdoenerij houden. Niet omdat ze geradicaliseerd zijn, maar omdat ze cool willen doen."

"Maar wij nemen alle signalen wel degelijk heel ernstig", vult directeur Erik Van Den Berghe aan. "Daarom nodigen wij Montasser graag uit om in onze klassen te komen spreken. Wat hij doet, is van onschatbare waarde. Hij kan jongeren echt op het goede pad houden, ze vertrouwen hem, hij spreekt hun taal."

"Ik wil jullie nog iets vragen", zegt AlDe'emeh terwijl de hele klas ademloos naar hem luistert. "Wist de profeet Mohammed alles?" "Nee!" Wel tien vingers in de lucht.

"Proficiat. Jullie zijn slimmer dan sommige studenten aan de universiteit, die ik onlangs dezelfde vraag stelde. Zij dachten dat de profeet Mohammed wel alles wist."

"Alleen God weet alles, mijnheer."

"Juist. Dus als iemand op straat naar jullie toe komt en zegt dat hij alles weet, dan moet je zeggen: 'Zelfs de profeet Mohammed wist niet alles, dus jij ook niet.' Jullie moeten sterk genoeg zijn om niet te geloven wat zulke mensen op straat zeggen."

We staan hier in een klasje van het eerste middelbaar, deze kinderen zijn twaalf of dertien jaar oud. "Hier is de dreiging van radicalisering nog niet zo groot", zegt directeur Erik Van Den Berghe. "Voor vijf jongens uit de hoogste graad hebben we persoonlijke begeleiding door Montasser voorzien. Toen een van hen onlangs buitengegooid dreigde te worden door de klassenraad, heb ik mij daar met hand en tand tegen verzet. Als we dat doen, hem buitengooien, dan is hij verloren en raakt hij echt geradicaliseerd. Dan heb ik liever dat wij hem, ondanks alles, toch blijven begeleiden. Ook daar helpt Montasser bij, in zijn centrum in Molenbeek. En je ziet vrij snel resultaat. Hij heeft een enorme impact op die jongens."

"Nog een vraag", zegt AlDe'emeh. "Wil God dat alle mensen moslim zijn?"

"Nee." De hoofden gaan unaniem heen en weer.

"En waarom niet?"

"Hij heeft ons gemaakt opdat we zouden samenkomen", zegt een meisje.

"Precies", lacht AlDe'emeh. "In de Koran staat: 'Wij hebben jullie uit verschillende volkeren en stammen gemaakt, opdat jullie elkaar zouden leren kennen.' God heeft zelf gezegd dat we in vrede moeten samenleven."

Achteraan in de klas staat ook Dany Van Bossuyt mee te luisteren. Hij is directeur van de Victor Horta School in Evere en is hier vandaag naartoe gekomen omdat hij AlDe'emeh eens aan het werk wil zien. "Hij heeft toch een bijzondere gave", zegt Van Bossuyt. "Als hij met de leerlingen praat, is hij meteen een van hen. Een islamleraar kan nooit hetzelfde effect bereiken, omdat hij te snel geneigd is met het vingertje te zwaaien. En bij jongeren die zich sowieso niet goed in hun vel voelen, werkt dat niet.

Van Bossuyt was tot eind juni vorig jaar directeur van de school De Kleurdoos in Brussel, waar leerlingen tot 's avonds laat de kans krijgen om te boksen en andere hobby's te beoefenen - Canvas maakte er in 2013 de reportagereeks Naar de top over. "Het belangrijkste is dat jongeren een toekomstperspectief hebben", zegt hij. "Ik hoor politici graag zeggen dat wij die jongeren alle kansen hebben gegeven, maar dat is niet helemaal waar. Ze krijgen hier kansen, ja, maar tot op een bepaald punt en niet verder. Hoeveel van deze jongeren vinden later gepast werk, zelfs als ze perfect Nederlands spreken en de gepaste diploma's hebben?"

Uiteraard is dat geen excuus voor welk gedrag dan ook, weet Van Bossuyt. "Maar het is wel een stuk van de verklaring. Zelfs de leerlingen die in mijn school ongepast reageerden na de aanslagen, zijn geen slechteriken. Het gaat trouwens ook bij mij om een zeer kleine minderheid. Ze zijn onwetend, ze voelen zich niet goed in hun vel en ze zitten in een negatieve spiraal. Dat zou ons ook overkomen als we nooit eens een schouderklopje krijgen. Als iedereen altijd negatief over ons zou praten."

Vooraan in de klas roept Montasser een leerling bij zich. "Neem een stift en schrijf op het bord: Abdeslam", zegt hij. "Weet je wie hij is?"

De jongen knikt.

"Goed. Schrijf nu onder zijn naam: brainwashing. Weet je wat dat betekent?"

De jongen knikt opnieuw. "Dat Abdeslam slechte gedachten had."

"Juist", zegt Montasser. "Slechte mensen hadden hem wijsgemaakt dat hij naar het paradijs zou gaan als hij zichzelf liet ontploffen. En jullie weten dat dat niet juist is."

Terwijl hij de klas blijft animeren, houdt AlDe'emeh voortdurend de twee jongens in de gaten die dinsdag hadden 'Yes!' hadden gezegd. Zonder hen voor schut te zetten, betrekt hij hen bij het gesprek, vraagt hij hen wat ze weten, wie ze kennen. Een van de jongens, zo blijkt, heeft een neef die in Syrië zit.

"En wat vind je daarvan?" vraagt AlDe'emeh.

"Ik vind dat niet goed", zegt de jongen beteuterd. "Hij gaat er mensen vermoorden."

"Geloof je dat hij de islam gaat verdedigen?" vraagt AlDe'emeh.

"Nee," zegt de jongen. "Wat hij doet, is verkeerd."

"En heb je medelijden met hem?" "Nee, hij is gebrainwasht."

Beide directeuren zijn het erover eens: zulke klasgesprekken zouden overal in Brussel moeten worden gehouden. "We zouden Montasser in dienst moeten kunnen nemen", zegt Erik Van Den Berghe. "Want vandaag kunnen wij hem niets betalen. Hij doet dit allemaal vrijwillig en voor niets. Het Vlaams onderwijs heeft weliswaar de Gentse imam Khalid Benhaddou aangeduid als coördinator voor deradicalisering, maar we hebben veel meer mankracht nodig."

"Klopt", beaamt Dany Van Bossuyt. "Wij zullen dat aankaarten bij de directie van de Scholengroep Brussel. Montasser zou veel meer kunnen bereiken als hij een heel team tot zijn beschikking had. In zijn eentje kan hij al die honderden klassen niet bereiken."

Bij het verlaten van de school loopt AlDe'emeh op straat een van de jongens uit het klasje nog eens tegen het lijf. Toen hij de jongen had gevraagd hoe hij zich voelde, vertelde hij dat hij gepest werd. "Als ze je nog eens pesten, moet je meteen naar de directeur gaan", zegt AlDe'emeh tegen de jongen. "De directeur mag dan naar mij bellen, dan kom ik terug om jou te helpen." De jongen glimlacht bedeesd.

"Nu voelt hij zich een beetje beter beschermd", zegt AlDe'emeh. "Dat is belangrijk, want anders voelt hij zich verloren. Die jongen beantwoordt helemaal aan het profiel van Abdelmalek Bouttalliss, die zich vorig jaar in Irak heeft opgeblazen. Die werd ook gepest, was altijd bedeesd, huilde voortdurend, en trok naar Irak. Ik heb een maand lang van op afstand op hem ingepraat om geen aanslag te plegen, maar het was te laat. Ik heb het al vaker gezegd: wie vertrekt naar Syrië, kan en wil ik niet meer helpen. Maar ik wil wel alles doen om te voorkomen dat er nog meer jongeren het slechte pad kiezen. Als niemand het opneemt voor zo'n jongen die gepest wordt, is hij misschien een vogel voor de kat."

Zeggen dat IS helemaal niets met de islam te maken heeft, is onnozel, vindt AlDe'emeh. "Natuurlijk is er een link tussen de islam en de gewapende jihad, dat is duidelijk. Maar dat wil niet zeggen dat een radicale invulling van de islam altijd de oorzaak is waarom jongeren radicaliseren. Vaak heeft dat met hele andere dingen te maken. Dat moeten we ook leren begrijpen."

De Morgen

Reageer