'Vorige week ben ik in hongerstaking gegaan'

Palestijnse moeder roept op tot actie vanuit België om kinderen te redden uit Gaza

Twaalf dagen lang at de Palestijnse vluchteling Nermin Alhouseini (30) helemaal niets. Ze dronk alleen water. Een symbolische actie om haar gezin vanuit Gaza ook naar België te krijgen. 'Mijn zoon weet niet meer wat het is om geen honger te hebben.'

 

In september 2023 kwam de Palestijnse Nermin Alhouseini als vluchteling naar België, waar haar broer al woonde. Haar man Amin en kinderen, Rita (9) en Taim (7), zouden snel volgen. Maar enkele weken later, op 7 oktober, voerde Hamas een dodelijke raid uit op Israël en begon de regering van Netanyahu een niemand ontziende oorlog in Gaza. "Sindsdien leeft mijn gezin onder de bommen."

Ze vertelt dat hun namen al maanden op een evacuatielijst van het Belgische ministerie van Buitenlandse Zaken staan, waarvoor België met Israël moet coördineren, maar dat "actie uitblijft". Alhouseini voert intussen een verbeten strijd om haar gezin in veiligheid te brengen. Elke woensdag sluit ze zich aan bij andere Palestijnse families om te protesteren voor het ministerie van Buitenlandse Zaken. Ze houden borden omhoog, delen verhalen, maken lawaai. Ambtenaren die het gebouw verlaten, lopen voorbij.

"Dit is al de tiende keer dat ik ga protesteren. Er komt bijna nooit iemand naar buiten. Ik wil gewoon een oplossing voor mijn kinderen. Ze moeten een genocide zien te overleven, dat is verschrikkelijk.

"Elke woensdag zeg ik tegen mezelf: 'Ik ga niet meer.' Maar toch trek ik weer mijn jas aan. Ik heb geen andere keuze. Dit is mijn enige manier om iets te betekenen voor Amin en onze kinderen. Ik weet niet meer wat ik moet doen. Ik voel me van het kastje naar de muur gestuurd. Iedereen schuift de verantwoordelijkheid door.

"Waar wacht België op? We vragen alleen dat ze onze kinderen en hun vader over de grens brengen. De rest, tickets en opvang, regelen wij zelf. Ik stuurde zelfs een aangetekende brief naar de koning. Ze vroegen om toestemming mijn brief door te sturen naar de minister van Buitenlandse Zaken. Ik ging akkoord. En nu? Stilte. Vorige week ben ik in hongerstaking gegaan. Niemand luistert naar ons. Wat moet er nog gebeuren? Dat ook mijn kinderen worden vermoord? (stilte)

Langzaam sterven

"Twaalf dagen lang at ik niets, ik dronk alleen water. Het waren zware dagen, maar ze wogen niet op tegen de honger die mijn kinderen in Gaza elke dag doorstaan. Hun honger is niet zomaar pijn, het is een vorm van langzaam sterven. Als moeder, ver van hen vandaan en zonder enige macht, voel ik me radeloos. Daarom gebruikte ik mijn eigen lichaam als protestmiddel, als stem voor mijn kinderen.

"De hongerstaking was bedoeld als drukmiddel om de Belgische overheid tot actie te bewegen. Een schreeuw om hulp: 'Mijn kinderen hebben honger, dus ik zal ook niet eten.'

"Naarmate de dagen verstreken, takelde mijn lichaam steeds verder af. Vanaf dag vier voelde ik me voortdurend duizelig, krachteloos en had ik moeite met bewegen. Op dag negen begonnen mijn handen te beven en ik stond meerdere keren op het randje van flauwvallen. Toch ging ik door, de beelden van mijn hongerige kinderen lieten me niet los. Ze gaven me de kracht om vol te houden.

"Tijdens de hongerstaking nam mijn contactpersoon bij het OCMW contact met me op. Ze maakte zich ernstige zorgen en kwam me twee keer bezoeken. Ze zag hoe mijn gezondheid achteruitging en zei dat ze vreesde dat ik het niet zou volhouden, zeker omdat ik zichtbaar verzwakte.

"Nu heb ik besloten te stoppen, maar niet helemaal. Ik eet nu zoals mijn kinderen eten: geen vlees, geen kip, alleen wat eenvoudige voeding die me net genoeg kracht geeft om door te gaan, aanwezig te zijn bij de protestacties en helder te blijven denken. Ik wil niet volledig instorten, want mijn boodschap is nog niet gehoord. Mijn kinderen hebben me nodig, voor hen moet ik sterk blijven."

Nerwin haar familie komt oorspronkelijk uit Jaffa, vertelt ze. "Daar liggen onze wortels. Maar tijdens de Nakba in 1948 werd mijn familie verdreven en kwamen ze uiteindelijk terecht in Gaza. Dus hoewel ik in Gaza geboren ben, beschouw ik Jaffa nog steeds als mijn thuis.

"Gaza is een openluchtgevangenis. Ik heb meerdere oorlogen overleefd. Wij leefden voortdurend in angst. Mijn gezin is niet politiek geëngageerd. Ooit behoorden we tot de middenklasse, maar die verdween langzaam. Op den duur was je óf rijk, óf arm, niets ertussen. Verder studeren voelde zinloos, er waren nauwelijks perspectieven op werk. In het begin konden we nog overeind blijven, maar uiteindelijk werd het onhoudbaar. In 2019 besloten mijn man Amin en ik Gaza te verlaten, samen met onze twee kinderen.

"We zochten een uitweg en hoopten op een betere toekomst. Via mijn werk in digitale marketing kreeg ik een voorstel om naar Turkije te verhuizen. Tot juni 2023 woonden we daar, samen met onze dochter en zoon. In het begin leek alles goed te gaan. Maar na verloop van tijd werden de levenskosten in Turkije steeds hoger, vooral de huurprijzen stegen snel. Griekenland bereiken via smokkelroutes leek een optie, maar dat was niet alleen extreem duur, het was ook levensgevaarlijk. Het plan ging uiteindelijk niet door.

"In juni 2023 keerden we terug naar Gaza. Enkele maanden later vertrok ik opnieuw, deze keer richting België, waar mijn broer al woonde. Ik liet Amin en onze twee kinderen achter. Het was een ontzettend moeilijke beslissing, maar we dachten dat het beter zou zijn. Het plan was dat ik eerst zou gaan, en mijn gezin na enkele maanden via gezinshereniging zou volgen.

"Op 1 september 2023 kwam ik aan in België en verbleef ik in het transitcentrum Caricole (CAR) in Steenokkerzeel. Na 27 dagen kreeg ik mijn verblijfsvergunning. Dat gaf me hoop. Als alles volgens plan zou verlopen, zouden Amin en onze kinderen na zes maanden naar mij toe kunnen komen. Maar op 7 oktober brak de oorlog uit. We hoopten dat het maar een paar maanden zou duren, zoals bij eerdere oorlogen, maar het werd steeds erger: Amin en onze twee kinderen moesten zes of zeven keer vluchten. De situatie was onhoudbaar. Alles werd kapotgebombardeerd, nergens was het veilig.

"In april 2024 probeerden we een evacuatie te regelen via een bedrijf in Egypte. De kosten waren buitensporig: 5.000 dollar per volwassene, 2.500 per kind, in totaal zo'n 10.000 euro, enkel om de grens met Egypte over te steken. Toch slaagden we erin dat bedrag bijeen te krijgen. We moesten twintig dagen wachten, maar nog voor die termijn om was, ging de grens dicht. Alles viel stil en we stonden machteloos. In september 2024 kregen we bericht dat de namen van Amin en onze kinderen op de evacuatielijst van Buitenlandse Zaken staan. Maar sindsdien ontvang ik enkel standaardmails wanneer ik hen contacteer: 'Hun namen staan inderdaad op de lijst. We doen wat we kunnen, maar Israël weigert doorgang.'

"Mijn zoon Taim was nog geen 5 toen ik hem achterliet, nu is hij 7. Mijn dochter Rita is 9. Ik ben bijna twee jaar van hen gescheiden. Dat doet pijn. Acht maanden lang hebben ze in een tent geleefd, zonder proper water of voldoende voedsel. Ze kampen met huidinfecties, schimmels, bacteriën. Ik hoopte in die tijd foto's te krijgen van mijn kinderen zoals ik ze kende, maar wat ik zag was uitputting. Ze ogen ouder dan ze zijn. Zelfs hun manier van denken is veranderd. Mijn zoon houdt zich bezig met het verschil proberen te horen tussen een F-16, een Apache-helikopter en een drone. Hij herkent het geluid van een raket, een tankprojectiel, zelfs van een Israëlische marineboot. Hij is 7, maar dat is zijn realiteit.""Ze missen mij. Die afstand tussen ons, dat is wat me kapotmaakt. België moet onze kinderen repatriëren. Kinderen zijn de grootste slachtoffers van de genocide in Gaza. Mijn kinderen zijn in Gaza geboren. Taim was elf maanden oud toen we naar Turkije vertrokken. Rita heeft daar kleuteronderwijs en het eerste leerjaar gevolgd. Daarna keerden we terug naar Gaza. Ze herinneren zich het leven in Turkije: de trein, de zee, de geur van musakhan (Palestijns kipgerecht, red.) wanneer mijn broer Mohammed op bezoek kwam. Maar ze zijn vergeten wat het is om te leven zonder constante dreiging. Ze weten niet meer hoe het voelt om zorgeloos te zijn.

"Taim vroeg me eens: 'Mama, hebben jullie batterijen als de elektriciteit uitvalt?' Dat raakt me diep. Hij weet niet meer hoe het is om te leven zonder gevechtsvliegtuigen boven zijn hoofd of raketinslagen om je heen. Hij weet niet meer wat het is om geen honger te hebben, om geen angst te voelen, om niet constant te moeten vechten voor een beetje water of brood. Het normale leven, dat is iets wat ze zijn vergeten, vooral toen ze in een tent overleefden.

"Toen ze na de wapenstilstand in januari terug waren in Gaza-Stad ging het iets beter. Ze verbleven bij mijn schoonouders, maar ondertussen zijn de bombardementen terug. Enkele dagen geleden sloeg een raket in de buurt in. De stenen vlogen door het huis. Mijn dochter was doodsbang.

"Mijn zoon is sterk in wiskunde, hij is er echt goed in, en dat zonder ooit naar de kleuterklas of school te zijn gegaan. Door de genocide is dat onmogelijk. Mijn dochter zei laatst: 'Heb je mijn bed al geregeld? Ik wil dat mijn kamer roze wordt, met een spiegel, en zo'n zacht tapijtje.' In hun hoofd bouwen ze hun eigen dromen.

"Overal vallen bommen. De zogezegde veilige zones zijn nooit veilig geweest. Toen ze naar Khan Younis in het zuiden vluchtten, werden ze gebombardeerd. Ik kon niks doen, alleen wachten en hopen dat ze het zouden overleven. Ze hadden honger. Eén stuk brood moesten ze met z'n vieren delen. Toen ze uiteindelijk naar Rafah vluchtten, leek het even rustiger te worden, tot ook daar bommen werden gedropt. Alles werd verwoest."

Schimmelinfecties

"Acht maanden hebben ze in een tent geleefd: eerst in de hitte, dan de regen, en daarna kou. Tijdens de wapenstilstand in januari 2025 stuurden ze me video's van Amin die het water buiten probeerde te houden. Hij ving ratten. Onze kinderen hadden puisten op hun hoofd door schimmelinfecties, er was geen proper water.

"Op 18 maart 2025 hervatte Israël zijn militaire campagne tegen Gaza. Die datum zal ik nooit vergeten. Amin en onze kinderen waren toen teruggekeerd van de tentenkampen naar Gaza-Stad. Ons huis was half kapot. Alleen dat van mijn schoonouders stond er nog. Daar konden ze terecht. Ze hadden eten, een bed, muren om zich heen. Voor het eerst voelde ik een beetje opluchting. Ik dacht: als ik moet wachten op evacuatie, dan kan ik dat aan, zolang er geen oorlog is. Maar op 18 maart begon het opnieuw. De hoop werd weggevaagd."

Beeld Aurélie Geurts. Ook te raadplegen via de website van De Morgen.

Reageer