Om een conflict op te lossen, moet iedereen mee aan tafel

Montasser Alde'emeh ging vorig jaar in Belfast studeren. Hij wou uitzoeken of het Goede Vrijdagakkoord inspiratie kan bieden om het conflict in zijn vaderland Palestina op te lossen.

Elk conflict is uniek, elk conflict heeft een eigen context. Palestina is Noord-Ierland niet. Niet alleen zijn er veel meer invloedrijke politieke ­actoren betrokken dan in Noord-Ierland, met zijn specifieke, stabiele ­regionale context. Ierland en Noord-Ierland zijn strategisch lang niet zo belangrijk als het historische Pales­tina en het olierijke Midden-Oosten. Het ziet er ­momenteel niet naar uit dat de Israëlische overheid zal ver­kiezen te onderhandelen in plaats van de Palestijnse burgerbevolking te ­onderdrukken en hun land te bezetten en ­te annexeren. Dat komt doordat westerse grootmachten de Palestijnse kwestie ­anders behandelen.

In Noord-Ierland was machts­deling (power sharing) een belang­rijke eerste stap om het bloedver­gieten te beëindigen. Dat betekent niet dat dat model ook werkt bij ­andere conflicten. In Libanon kwam het systeem van machtsdeling onder druk te staan, onder meer door de veranderende demografie en de komst van duizenden ontwortelde ­Palestijnen. Ook daarom is het ­vredesproces in Noord-Ierland geen model om andere conflicten mee op te lossen. Toch kunnen we iets leren uit het Belfast-akkoord, zowel uit de fouten als uit de successen.

Misschien wel de belangrijkste les: ­alle partijen moeten inzien dat puur militaire oplossingen onmogelijk zijn. In Noord-Ierland werd na ­verloop van tijd duidelijk dat het IRA militair niet kon worden verslaan. Het Britse leger begreep dat alleen een ­politieke oplossing een einde kon ­maken aan het bloedvergieten. Ook binnen het IRA groeide dat besef. Dat gold zeker ook voor de pro-Britse ­Unionisten, die gingen beseffen dat onderhandelingen van primordiaal belang waren om Noord-Ierland ­onderdeel van het Verenigd Koninkrijk te houden.

Onderhandelen met Hamas

Het Israëlische discours is er nog ­altijd op gericht het legitieme verzet in de bezette Palestijnse gebieden te ­breken door militair op te treden. Dat is een misvatting die alleen maar leidt tot meer geweld en onveiligheid. ­Palestijnse aanvallen zijn een gevolg van Israëlische invallen in steden als Jenin en Nabloes op de bezette Westelijke Jordaanoever.

Een andere belangrijke les is de noodzaak om activisten, strijders, mili­tanten en gewapende verzets­bewegingen te betrekken bij vredesprocessen. In Noord-Ierland werd het IRA aan de onderhandelingstafel ­uitgenodigd, waardoor repu­blikeinen en nationalisten het vredesproces gingen zien als een stap naar een eengemaakt Ierland. Praten met je vijand is fundamenteel voor vrede en veiligheid, een les die tot veel Israëli's nog moet door­dringen.

Dat de Amerikanen en de Britten besloten om met het IRA te onderhandelen, heeft tot het Goede Vrijdag­akkoord geleid. Die gesprekken hebben misschien niet tot een een­gemaakt Ierland geleid, maar het IRA ging wel het 'principle of consent' ­erkennen, namelijk dat de status van Noord-Ierland pas kan veranderen als de meerderheid van de bevolking daar effectief achter staat. Het wordt tijd voor de Israëli's, maar ook voor de internationale gemeenschap, om ­onderhandelingen op te starten met Hamas, zelfs met haar gewapende vleugel, Al-Qassam-brigades, én met bewegingen zoals het Popular Front for the Liberation of Palestine (PFLP) en Islamitische Jihad, en zelfs met de nieuwe gewapende groep genaamd 'De leeuwenkuil'. Anders zal er nooit vrede en veiligheid komen.

Politieke moed

Verder moet er ruimte zijn voor 'constructive ambiguity', waarbij alle ­betrokken partijen elementen van de overeenkomst op hun ­eigen manier kunnen interpreteren om hun achterban tevreden te ­houden, zoals het ook ging in Noord-Ierland. Daarom ­moeten er geen of zo weinig mogelijk (rand)voorwaarden gesteld worden om gesprekken op te starten. Het was contraproductief om ontwapening als voorwaarde te stellen in Noord-Ierland. De Israëli's ­spreken over een ­totale ontwapening van Hamas en ­andere Palestijnse ­verzets­bewegingen, terwijl er zelfs geen ­intentie is om onderhande­lingen te beginnen.

In Noord-Ierland durfden politieke leiders aan alle zijden van het politiek spectrum risico's te nemen. Ze zetten daarbij zelfs hun politieke ­carrière op het spel. Dat zien we voorlopig niet na de Oslo-akkoorden. Vooral aan Israëlische zijde merk ik een gebrek aan moed. Cruciaal is dat het vredes­proces net als in Noord-Ierland op meerdere niveaus blijvend ondersteund wordt, vooral ook door voormalige paramilitairen. Het Goede­ Vrijdagakkoord was maar het begin van het vredesproces - blijvende inzet en nieuwe oplossingen zijn nood­zakelijk. Ook de Oslo-akkoorden ­waren maar een begin, maar de schendingen door Israël ­hebben tot deze politieke impasse ­geleid.

Wachten op China

De rol van een onafhankelijke 'derde partij' en van multilaterale diplomatie is cruciaal geweest in Noord-Ierland. Dat zal ook essentieel zijn om het Palestijns-Israëlische conflict te ­beëindigen. Waarom vliegt de Amerikaanse president Joe Biden na zijn ­bezoek aan Ierland niet door naar het Midden-Oosten en maakt hij geen gebruik van het politieke momentum dat zich aanbiedt? Wacht hij op ­China?

Net als in Noord-Ierland moet de gedachte overwonnen worden dat het conflict onoplosbaar is. Daarvoor zijn niet alleen politiek leiderschap en de juiste omstandigheden nodig, maar ook veel geduld.

God is met hen die ­geduldig volharden (Koran 2:153).
Ook te raadplegen via de website van De Standaard en Letterennieuws (KU Leuven).

Reageer