Een nieuwe start van eenheid en vriendschap. Zo noemt Muhammed Ozdemir de gespreksavond met jongeren die hij zaterdagavond met een handvol andere Belgisch-Turkse initiatiefnemers organiseert in Puurs-Sint-Amands. We zijn uitgenodigd in gemeenschapscentrum de Nestel in de Klein-Brabantse gemeente. Bedoeling van de socioculturele activiteit is om met jongeren in gesprek te treden over de islam. Ozdemir begeleidt ons naar binnen.
“Ik wil een zaadje planten en deze jongeren aanzetten tot kritisch denken”, zegt hij. “Hier in Puurs-Sint-Amands is er een grote Turkse gemeenschap waardoor we al te vaak in onszelf gekeerd zijn. Dat willen we doorbreken. Daarom hebben we ook Marokkaanse broeders, bekeerlingen en niet-moslims uitgenodigd.” Ook Faruk vindt het belangrijk dat deze samenkomst niet enkel plaatsvindt met jongeren van Turkse origine, maar dat alle jongeren betrokken worden. “Ik wil echt iets proberen te veranderen. Er moet meer eenheid komen.”
HOOP
Ondertussen loopt de zaal vol, een zeventigtal jongeren en jongvolwassenen nemen plaats op de stoelen, op tafel staan er flessen water, dadels en Turkse zoetigheid. Bilal, een jongeman met Turkse roots, komt de zaal binnen, met de koran in zijn hand. Hij zet zich vooraan neer, slaat de koran open, legt zijn vinger op vers 103 in het derde hoofdstuk, en begint in het Arabisch te reciteren: “En houdt samen vast aan Gods band en splitst jullie niet op in groepen.” Daarna geeft hij de Nederlandse vertaling.
“Het zou goed zijn als we dergelijke samenkomsten ook na de vastenmaand zouden organiseren”, zegt Bilal achteraf. Abdul beaamt. “Veel Marokkaanse jongeren communiceren onderling in het Nederlands wat integratie zeker bevordert, niet alle Marokkanen begrijpen of spreken namelijk Arabisch. Turken communiceren vaker in het Turks met elkaar, en vallen al te vaak terug op hun eigen gemeenschap.” Daar komt verandering in: “Onder Turken ontstaat steeds meer bereidheid om los te komen en zich meer open te stellen”.
De vraag die steeds terugkomt tijdens de samenkomst is hoe jongeren hun islamitische waarden kunnen verzoenen met participatie aan de samenleving. Het is duidelijk dat moslimjongeren veel moeite doen om hun godsdienst te proberen te verzoenen met de seculiere samenleving waarin ze leven. Er is vanavond vooral veel hoop te bespeuren. “Ik wil mensen dichter bij elkaar brengen, en de moslimgemeenschap zo goed mogelijk proberen vertegenwoordigen in de toekomst”, zegt Gökhan, een zestienjarige jongen die er absoluut bij wou zijn.
Een andere jongen vertelt ons over zijn ervaringen op school, dat hij het gevoel heeft zich te moeten verantwoorden wanneer er mensen met islamitische achtergrond radicaliseren of betrokken raken bij terreuraanslagen. Of, zoals vorige week, na de mogelijk verijdelde aanslag en de arrestatie van acht jongeren. “Ook al hebben we daar niets mee te maken, toch worden we soms in dezelfde hoek geduwd. Dat is jammer, maar ik probeer steeds in gesprek te gaan en uit te leggen dat de overgrote meerderheid van de moslims niet achter deze wandaden staat.”
WARMTE
Tegen zonsondergang klinkt de oproep tot het gebed. De aanwezigen breken hun vasten, en beginnen met het drinken van water en het eten van dadels. Ondertussen worden de iftarmaaltijden geserveerd: brood, linzensoep, rijst met kip en salade. We raken aan de praat met Ewan, die met zijn vrienden pret zit te maken. “In het vijfde middelbaar kwam ik voor het eerst in contact met enkele moslimleerlingen. Ze nodigden me bij hen thuis uit, en hun warmte wekte mijn interesse op. Daarna begon ik me te verdiepen in de islam en bekeerde me. Mijn vader stemt op het Vlaams Belang, maar hij respecteerde steeds mijn beslissing. Hij blijft mijn vader, en ik zijn zoon.”
Ook voor Ewan zijn dergelijke samenkomsten belangrijk. “Ik vraag me af: wat hierna? Gaan we dit blijven doen na de ramadan? Ik hoop het alvast.” Aan het einde van de avond, worden enkele rijen gevormd, en wordt het maghrebgebed of zonsondergangsgebed aangevat. Initiatiefnemer Ozdemir leidt het gebed. Hij reciteert de Koran met zachte stem, het gebed eindigt hij met de taslim, of eindbegroeting. “Hopelijk kunnen we dit blijven doen”, zegt hij wanneer we afscheid nemen.