Onderzoeker Montasser AlDe’emeh (KU Leuven en UGent) waarschuwt voor een verdere escalatie in het conflict tussen de PKK en Turkije. Hij was vorige maand voor onderzoek aan de UGent op doortocht in Koerdisch gebied in Irak en Syrië.
Vorige maand liep ik Heval Zagros tegen het lijf tijdens een viering van Newroz (Koerdisch nieuwjaar) in de Qandil-bergen in het noorden van Irak. Zagros is de woordvoerder van de Unie van Gemeenschappen in Koerdistan, de Koerdische koepelorganisatie KCK, waar ook de PKK onder valt. Enkele dagen later volgde een gesprek op een geheime locatie in de Iraaks-Koerdische stad Sulaymaniyah. In 2001, ongeveer twee jaar na de arrestatie van leider Abdullah Öcalan, werd Zagros lid van de PKK. Hij is afkomstig uit Rojhilat, of Koerdistan in Iran.
Tijdens het gesprek waarschuwde Zagros voor een verdere escalatie in het conflict tussen de PKK en Turkije. Hij vertelde dat Turkije zich namelijk voorbereidt op een nieuwe militaire campagne tegen de PKK in het noorden van Irak. Ondertussen kondigde de Turkse minister van Defensie Hulusi Akar een militaire operatie tegen de PKK aan. Daarbij heeft de Turkse luchtmacht verscheidene doelwitten van de PKK gebombardeerd in Noord-Irak. De vrees van Zagros is dus werkelijkheid geworden.
Feit is wel dat er regelmatig Turkse drone-aanvallen en bombardementen plaatsvinden op doelen van de PKK, waarbij ook burgers om het leven komen, Zagros heeft het zelfs over honderden burgerslachtoffers de voorbije jaren. Dit is niet de eerste militaire operatie tegen de PKK, en waarschijnlijk ook niet de laatste, toch is het hoog tijd dat Turkije zijn beleid ten aanzien van de PKK en de Koerden herziet en vredesonderhandelingen heropstart. Deze militaire operaties zijn namelijk het probleem, niet de oplossing.
De PKK wordt onder andere door de EU en de Verenigde Staten beschouwd als een terroristische organisatie, maar volgens Zagros heeft dit geen legitieme, morele en juridische basis. Hij stelt dat het een volstrekt politiek gemotiveerde beslissing is om NAVO-bondgenoot Turkije niet voor het hoofd te stoten en de economische belangen in Turkije veilig te stellen. Zagros hekelt vooral de dubbele moraal in de benadering van terrorisme door de EU en de VS. ‘De PKK wordt als een terroristische organisatie bestempeld terwijl de PKK de belangrijkste kracht in de regio was en is in de strijd tegen de IS-terreur, maar liefst 6000 van zijn guerrillero’s hebben hun leven opgeofferd in deze strijd,’ vertelde hij.
Voor de Koerdische strijders is de gewapende strijd van de PKK er een van zelfverdediging tegen de Turkse aanvallen. Zij stellen dat ze de EU en de Amerikaanse burgers nooit enig kwaad hebben berokkend. ‘De waarheid is dat we geen terreurorganisatie zijn, maar een vrijheidsbeweging die strijdt tegen de staatsterreur van Turkije’, stelt Zagros, die vindt dat de PKK een legitieme strijd voert om het fysieke en culturele bestaan van de Koerden en alle andere bevolkingsgroepen in het Midden-Oosten te beschermen en de vrijheid te garanderen. Bij veel Koerden leeft het idee dat Turkije een beleid voert dat een pure ontkenning is van hun identiteit, en zelfs gericht is op een volledige vernietiging van de Koerden.
Een Koerdische staat is niet de oplossing voor de Koerdische kwestie. Die kan enkel worden opgelost als de centrale staten de rechten, identiteit en vrijheden van de Koerden grondwettelijk erkennen en hun recht op democratisch zelfbestuur respecteren in de respectievelijke landen waar ze wonen. De PKK-gelieerde Koerden wijzen op het feit dat ze vanaf 1993 tien eenzijdige wapenstilstanden hebben afgekondigd zodat er werk gemaakt kon worden van een democratische oplossing voor de Koerdische kwestie. Maar elke keer reageerde de Turkse staat met grootschalige militaire operaties.
Terwijl de PKK als terroristische organisatie wordt beschouwd, is de YPG/J een belangrijke bondgenoot van de Verenigde Staten in de strijd tegen IS. De Turkse president Erdogan beschouwt de YPG als onderdeel van de PKK, hij maakt dus geen onderscheid tussen de YPG/J in Syrië en de PKK. In hoeverre de groeperingen organisatorisch met elkaar verbonden zijn, is onduidelijk. Ze zouden afzonderlijke commandosystemen hebben ontwikkeld en zijn ze gericht op het verdedigen van hun eigen gebieden tegen IS-aanvallen.
Tijdens ons gesprek vertelde Zagros nog dat de YPG werd opgericht toen IS een grote bedreiging begon te vormen voor de Koerden en andere etnische en religieuze groepen in Rojava en Noord-Syrië. In die tijd zouden enkele guerrillero’s, die oorspronkelijk afkomstig waren uit Rojava en Syrië, met een voorstel gekomen zijn om de verschillende bevolkingsgroepen daar te verdedigen. De PKK stemde in met hun voorstel en hielp hen terug te keren naar Syrië. Toen ze terug waren, richtten ze de YPG op. Ze hadden al militaire ervaring opgedaan in de gelederen van de PKK. Duizenden jongeren, mannen en vrouwen, sloten zich aan bij de YPG. Vrouwelijke strijders vormden later hun eigen zelfbeschermingsmacht. Veel van de eerste commandanten sneuvelden tijdens de strijd, onder meer Khabat Derek, de topcommandant van de YPG.
In de loop der jaren ontwikkelde de YPG zich tot een zelfverdedigingsmacht voor Rojava. De PKK heeft hen daarbij geholpen, in het bijzonder tegen IS. Hun betrekkingen met de YPG zouden daarbij beperkt zijn tot de anti-IS-campagne. Hij erkent wel dat de YPG de filosofie en leringen van hun leider Abdullah Öcalan volgen bij het organiseren en verdedigen van hun samenleving. Abdullah Öcalan verbleef tenslotte 20 jaar in Rojava en Syrië en heeft een grote morele en intellectuele invloed op vele Koerden daar.
Tijdens de viering van Newroz in de Qandil-bergen in het noorden van Irak kon ik met eigen ogen vaststellen dat de PKK enorm populair is onder een deel van de Koerden die hen zelfs als vertegenwoordigers zien. Turkije moet dus beseffen dat de PKK niet te verslaan is, vrede is de enige weg. Maar volgens veel Koerden zal vrede tussen de PKK en Turkije pas mogelijk zijn wanneer Turkije ‘zijn beleid van ontkenning en culturele en politieke genocide tegen de Koerden’ opgeeft. Tenzij dit beleid en deze mentaliteit veranderen, zal Turkije altijd in oorlog zijn met Koerden, niet alleen in Bakur (Turks Koerdistan), maar ook in Bashur (Iraaks Koerdistan), Rojava (Syrisch Koerdistan) en Rojhilat (Koerdistan in Iran).
De PKK stelt de volgende voorwaarden om vredesgesprekken met Turkije te starten: de vrijheid van hun leider Abdullah Öcalan, constitutionele erkenning van de identiteit en democratische rechten van de Koerden. ‘Om tot een vreedzame oplossing te komen, hebben we tien eenzijdige wapenstilstanden afgekondigd. We hebben in dit opzicht onze oprechtheid en ernst bewezen. Maar het Turkse beleid gelooft niet in vrede. Ze geloven alleen in oorlog. Dit is het voornaamste probleem,’ aldus nog Zagros.