Bewijsstukken A en B

Te pas en te onpas worden ze gebruikt door Vlaamse politici die de vermoorde onschuld spelen.

‘Och, ’t is te zeggen, het debat in onze fractie ging er heel sereen aan toe.’

Je weet meteen: het was een bloedbad.

‘U heeft gelijk, in aantal zetels zijn we gehalveerd, maar nood aan nieuw leiderschap? Neuhhh, da’s niet evident.’

Hou me vast! Ik ga iemand slaan!

Vandaag was het weer raak: een Parijse moeder die haar zoon bij de terreuraanslagen in de Bataclan verloor, gaat een klacht indienen tegen de Belgische staat. Die is in haar ogen nalatig geweest in de aanpak van Molenbeekse jihadisten.

‘Niet evident’, reageert vervolgens – heel sereen – advocaat Johan Platteau in De ochtend op Radio 1.

Hoezo, niet evident? Volgens Platteau zal de Parisienne eerst maar eens moeten bewijzen dat de Belgische staat over bepaalde informatie beschikte waar ze niets mee heeft gedaan. ‘De bewijslast ligt dus bij de moeder. En dat lijkt me niet evident.’

Er zijn ook minder serene types die hun stem laten horen in het Vlaamse debat. Neem een Montasser AlDe’emeh, islamoloog en jihadexpert. In zijn boek De jihadkaravaan schrijft hij in detail over zijn ontmoetingen met Belgische strijders in Syrië. Als geen ander kent hij de Molenbeekse jihadisten en hun motieven. Hij staat met ze in contact, via Facebook en sms.

Waren politiek en veiligheidsdiensten geïnteresseerd in zijn veldwerk? ‘Ik werd weggehoond als paniekzaaier’, zei AlDe’emeh me toen ik hem daags na de aanslagen in Parijs opzocht in zijn Molenbeekse appartement.

‘Geen beleidsmaker, geen enkele burgemeester wilde mijn verhaal horen.’

Met AlDe’emeh liep het niet goed af: eerst door de politie op straat vernederd en vorige week opgepakt als verdachte in een vermeende fraudezaak omtrent het attest van een teruggekeerde Syriëganger.

Terwijl de Belgische inlichtingendiensten hun tijd verspillen aan deze zaak, zou ik de Parijse moeder adviseren om de Thalys te nemen richting kandidaat-kroongetuige AlDe’emeh, met zijn boek De jihaadkaravaan op schoot.

Een andere tip voor haar, op zoek naar ‘bewijs voor nalatigheid’: beluister nog eens het optreden van de voorzitter van de Kamercommissie Terreurbestrijding, gisteren in het Nederlandse radioprogramma Met het oog op morgen. 

Voorzitter Koen Metsu (N-VA) lacht de helft van de uitzending schaapachtig, maar antwoordt op één vraag van de presentator verrassend concreet.

‘Met zes langs elkaar heen werkende politiezones in Brussel heb je een behoorlijk probleem, toch?’ Metsu: ‘Die zones zijn baronieën met in elke baronie eigen wetten die heersen. Er is een duidelijk gebrek aan informatiedoorstroming.’

Is dit munitie voor de Parisienne die moet bewijzen dat in dit land gevoelige informatie bewust wordt genegeerd? Voer voor juristen.

Maar kan intussen het debat in België eindelijk eens wat evidenter en minder sereen worden gevoerd?

TIJN SADÉE

De Standaard

Reageer