De Morgen sprak met militair leider bij Fatah: ‘Wij hebben niets tegen joden, wel tegen de bezetting van ons land’

De Morgen sprak in het Palestijnse vluchtelingenkamp Rashidieh in Zuid-Libanon met Tawfiq Abdallah, de militaire leider van Fatah en de PLO-facties in de regio. Enkele maanden geleden beschuldigde Israël de Palestijnen ervan tientallen raketten te hebben afgevuurd vanuit die regio.

Abdallah, een doorgewinterde Fatah-commandant die decennialang tegen de Israëli’s heeft gevochten, reageert en schat de kansen op vrede in. “Het afvuren van raketten is een begrijpelijke reactie op de invallen, de annexatiepolitiek, de juridische en geografische wijzigingen in Jeruzalem en de bezette Westelijke Jordaanoever en de schendingen van het internationaal recht”, zegt hij. “Ik wil daarmee niet zeggen dat Palestijnen achter de beschietingen zitten vanuit Libanon. Wij voeren geen acties uit vanop Libanees grondgebied, ook al proberen bepaalde actoren ons te provoceren tot we reageren. Maar dan zouden we hen een alibi geven om de Palestijnse kampen in Libanon te bestoken. We willen ons volk beschermen.”

Hoe bent u in het vluchtelingenkamp Rashidieh terechtgekomen?

“In de jaren 1947-1948 heeft Israël onze dorpen met de grond gelijkgemaakt en bijna een miljoen Palestijnen verdreven. Ook mijn familieleden werden uit hun dorp Fara, bij Safad, verjaagd. Het was het einde van ons paradijs, en het kwam nooit meer terug.”

Wanneer besloot u de wapens op te nemen tegen de Israëli’s?

“Reeds op jonge leeftijd werd ik blootgesteld aan extreem geweld. Bijna dagelijks werden onze kampen bestookt, ik heb mijn volk afgeslacht zien worden. Op mijn twaalfde sloot ik me aan bij de fedajien (zelfopofferaars). Stilzitten en me neerleggen bij de vernederingen was geen optie.

“Ik heb nog wapens liggen die de Palestijnse revolutionairen in de jaren 1930 gebruikten (toont de wapens). Mijn broer en andere familieleden werden vermoord tijdens de bloedbaden van Sabra en Shatila in 1982, ik haalde mee de lijken weg van honderden vermoorde Palestijnse burgers: ongewapende mannen, zwangere vrouwen en kinderen. Internationale media namen het Israëlisch narratief over en zetten ons moedwillig weg als terroristen. Maar wie heeft Mohammed Abu Khdeir in Oost-Jeruzalem ontvoerd en levend in brand gestoken? Wie heeft Muhammad al-Durra in de armen van zijn vader doodgeschoten? Wie heeft Shireen Abu Akleh doodgeschoten? Ik kan urenlang doorgaan met het opsommen van Israëlische misdaden tegen de mensheid.”

Hoe staat u als militaire leider tegenover het doelbewust doden van ongewapende Israëlische burgers?

“Ik heb bijna heel mijn leven tegen Israël gevochten, en ik kan je verzekeren: nooit zou ik joodse kinderen, vrouwen of onschuldige en ongewapende burgers kunnen doden. Toen recent in Frankrijk, in Annecy, een man kinderen aanviel met een mes was ik gedegouteerd. Ook wij droegen bij aan de bestrijding van aan IS en Al Qaida gelieerde groepen in Libanon die de islam misbruiken terwijl ze er amper kennis over hebben. Daarbij zijn tientallen Fatah-leden gesneuveld.

“De profeet Mohammed had een joodse buurman die zijn vuilnis steeds voor zijn deur gooide. Toen er op een dag geen vuil meer voor zijn deur werd gegooid, vroeg de profeet naar de man. Hij vernam dat de man ziek was. Wat de profeet deed, was de joodse man bezoeken. Islam draait om liefde en verdraagzaamheid. Wij zijn opgegroeid met deze verhalen, en hebben helemaal niets tegen het joodse geloof en zijn belijders. We hebben een probleem met de bezetting van ons land. De joodse Uri Davis was lid van de Revolutionaire Raad van Fatah. De Palestijnse voorman George Habash was christen.”

Is de tweestatenoplossing nog haalbaar, volgens u?

“Zonder de unanieme erkenning van Palestina als soevereine en onafhankelijke staat binnen de grenzen van voor 1967 met Oost-Jeruzalem als hoofdstad zal er nooit een tweestatenoplossing komen. De militaire campagnes tegen de Palestijnen zijn geen zelfverdediging, maar zijn bedoeld om de verdere Israëlische kolonisatie van Palestina mogelijk te maken, en de wereld laat begaan. Ook Arabische leiders hebben boter op het hoofd: zo zetten sommigen Abu Mazen (de Palestijnse president Mahmoud Abbas, MAD) onder druk om de illegale Israëlische nederzettingen in bezet Palestijns gebied te erkennen, andere hebben een eigen agenda en misbruiken de Palestijnse zaak.”

Gelooft u dat er ooit een oplossing zal komen voor dit conflict? Heel wat Palestijnse jongeren in Libanon willen het land verlaten.

“Met de vroegere Israëlische premier Yitzhak Rabin was er hoop op duurzame vrede, maar hij werd vermoord. De sympathisanten van zijn moordenaar hebben nu veel invloed binnen de regering van Netanyahu. Golda Meir (ook voormalig Israëlisch premier, red.) zei dat de ouderen zullen overlijden en dat de jongeren zullen vergeten, maar ze had het mis. Palestijnen die de kampen ontvluchten als gevolg van de economische malaise en het gebrek aan kansen blijven vasthouden aan het recht op terugkeer. Wij Palestijnen betalen nog steeds de rekening van het eeuwenlange antisemitisme in Europa.”

Heeft u een boodschap voor Israël?

“Vrede voor het te laat is. (stilte) Dat is geen uiting van angst of zwakheid. Wij willen vrede want we wensen iedereen stabiliteit en veiligheid.”

Fatah in Libanon

Als gevolg van de oprichting van de staat Israël, en de oorlog die daarmee gepaard ging in de periode 1947-1949, sloegen honderdduizenden Palestijnen op de vlucht. Zij belandden in kampen in verschillende landen in het Midden-Oosten. Veel van die mensen en hun nakomelingen wonen nog steeds in die (verstedelijkte) kampen. Daar zijn vaak dezelfde Palestijnse politieke groepen actief als in de Palestijnse gebieden zelf, onder meer Fatah. Dat is de belangrijkste machtspartij op de Westelijke Jordaan­oever, en heeft ook een militaire vleugel.

Beeld Aurélie Geurts. Ook te raadplegen via de website van De Morgen.

Reageer